114

TEN LAATSTE

De bomen wuiven zacht, de bladeren zingen:

en ik die u door duizend dalen heb gezocht

troost nu mijn hart voor de vergeefse tocht

hier is het eind. waartoe ik eens moest dringen

Mij blijft niet veel nu alles is geschied:

een zachte avond waarin vogels riepen.

de stille klanken van een eenzaam lied

en al de wegen wie wij samen liepen ...

Mijn liefde werd niet vruchteloos gekweld,

dit wankel hart niet tevergeefs benomen

door trots verdriet: de droefheid wordt geteld.

de smart ver keert tot winst en

en gaat niet meer verloren.

en elke avond in een eenzaam veld

zal ik de vleugelslagen van uw ziel toch horen ...

Anton van Wilderode